Kas di Pal i Maishi is niet zomaar een bezoek aan een traditioneel kunuku huisje, maar een unieke en leerzame ervaring die je meeneemt naar het slavenverleden van Curaçao. Dit gerestaureerde huisje, gelegen op de Weg naar Westpunt, biedt niet alleen een inkijkje in het dagelijks leven van de slaven Curacao, maar laat je ook kennismaken met de bijzondere bouwstijl en geschiedenis van de eilandbewoners.
Door middel van indrukwekkende demonstraties en verhalen kom je meer te weten over de cultuur, de ambachten en het harde leven van de slaven Curacao. Een bezoek aan Kas di Pal i Maishi is dan ook veel meer dan alleen een blik op het verleden – het is een reis door de rijke historie van Curaçao.
De unieke bouwstijl van Kunuku huisjes
Op verschillende plekken op Curaçao zie je een bijzondere bouwstijl met muren die schuin naar binnen staan. Deze stijl is gebaseerd op de traditionele kunuku huisjes, die in het verleden werden gebouwd en bewoond door slaven. Deze huisjes stonden in de buurt van landhuizen en plantages en werden gebouwd van vergankelijk materiaal zoals maïsstengels en koeienmest. De schuine muren hadden een praktische functie: ze gaven de huisjes meer stabiliteit tegen de harde wind die vaak over het eiland waait. De naam kunuku komt van het woord ‘knoek’, wat platteland betekent, en verwijst naar het landelijke karakter van deze huisjes.
Bezoek Kas di Pal i Maishi
Een aantal van deze kunuku huisjes zijn nog steeds in originele staat en zijn te bezoeken. Op de Weg naar Westpunt (richting Shete Boka), bij Dokterstuin, vind je aan je rechterhand Kas di Pal i Maishi. Dit kunuku huisje werd gerestaureerd door monumentenzorg. Let goed op, want je rijdt er snel voorbij. Dit heb ik dus ook jaren gedaan ,totdat ik graag een foto van een kunuku huisje wilde nemen. Tot onze verbazing bleek het een heus museum te zijn. De entree is een paar dollar en de dame achter de kassa vroeg vervolgens of wij een tour wilden. Ja, graag!
Een inkijkje in het leven van de slaven Curacao
Voordat je het kunuku huisje zelf betreedt, krijg je een interessante introductie over het dagelijkse leven van de slaven. Je leert hoe ze brood bakten, hekken maakten van cactussen, hoe strijkijzers heet werden gemaakt en ga zo maar door en hoe ze destijds zonder moderne middelen hun kleding wasten. Daarnaast kom je meer te weten over de diverse materialen die ze gebruikten, zoals de kalebas (voor servies), indigo voor het wassen van kleding, en aloë vera voor verzorging.
Het wordt echter pas echt indrukwekkend als onze tour guide voordoet hoe de slaven destijds kleren wasten en daarbij slavenliederen gaat zingen. Je gaat terug in de tijd en je kan een heel klein beetje de ellende voelen van de slaven. De liederen waren namelijk klaagliederen die hielpen om de dag door te komen.
De geschiedenis van slavenachternamen
Een ander opzienbarend verhaal krijgen we als bij ingelijste foto’s staan van een aantal slaven. Deze lijsten hebben namelijk naamkaartjes, echter niet gevuld. Dit komt omdat slaven geen namen hadden. Na de bevrijding van de slaven moesten echter achternamen verzonnen worden door de moeders. De kinderen kregen vaak als achternaam de voornaam van de moeder. Daarom zijn nog vele achternamen op Curacao, voornamen van vrouwen, zoals bijvoorbeeld Albertina, Cijntje (Sientje) en Martina.
Een educatieve en bijzondere ervaring
De tour door Kas di Pal’i Maishi duurt ongeveer 45 minuten en is niet alleen een bezoek aan een huisje, maar een leerzame reis door het slavenverleden van Curaçao. De passie en kennis van de gids, gecombineerd met de indrukwekkende zang, maken dit tot een onvergetelijke ervaring.
Kas di Pal’i Maishi biedt een unieke kans om het verleden van Curaçao te ervaren en meer te leren over de levens van de mensen die hier hebben gewoond en gewerkt. Het is een absolute aanrader voor wie meer wil weten over de geschiedenis van het eiland.
Graag wil ik van u informatie ontvangen over de workshop ” brood bakken” bij Kali di Pal’i Maishi.
We zijn volgend jaar medio maart tot eind april 2019 op Curacao.
Ik hoor graag van u.
Met vriendelijke groet,
Dit is een slaven hut die door de slaven is gebouwd terwijl de Nederlandse slavenhouder in een groot huis woont en ook de vrouwen en mannen heeft als bediende gebruikt en op verkracht.
Een stukje Nederlandse geschiedenis:
Jaren geleden bouwt Nederland het grootste en fort Elmina, in Ghana, waar vandaan deze barbaren de regie voeren over hun slavenhandel.
Deze door Nederlanders totslaafgemaakte mensen krijgen in het fort een nummer en worden gebrandmerkt. Ze worden wreed behandeld, mishandeld, levend gevild, mannen en vrouwen verkracht, baby’s voor hun moeders vermoord. Hun menselijkheid wordt hen volledig afgenomen. Deze mensen leven soms wekenlang in donkere, afgesloten ruimtes waar ze alles moeten doen: eten, drinken, slapen, maar ook hun behoefte.
Curaçao, dat de Nederlanders in 1634 veroverd hebben op de Spanjaarden, wordt vanwege de gunstige ligging een belangrijk tussenstation in de slavenhandel.
De Nederlanders deze totslaafgemaakte mensen voor scherpe prijzen door aan de Spanjaarden, Engelsen, Portugezen en Fransen. Een mannelijke slaaf brengt ongeveer 200 gulden op, tegen een inkoopprijs van zo’n 40 gulden. In die tijd een fortuin.
Nederland heeft Curaçao en andere Antillen zoals Bonaire en de bovenwindse eilanden nog steeds economisch en politiek in zijn greep en blijkt hierin nog altijd een vinger in de pap te hebben. Ook de Nederlanders die op Curaçao wonen hebben hun koloniale manieren niet achterwege gelaten. Zelfs als ze o vakantie willen ze nog steeds de regie voeren en de Curaçaose bevolking, op hun eigen eiland, behandelen alsof ze 2e rangs burgers zijn. De VOC mentaliteit zit in het DNA.
Dit is een slaven hut die door de slaven is gebouwd terwijl de Nederlandse slavenhouder in een groot huis woont en ook de vrouwen en mannen heeft als bediende gebruikt en verkracht.
Een stukje Nederlandse geschiedenis:
Jaren geleden bouwt Nederland het grootste fort Elmina, in Ghana, waar vandaan deze barbaren de regie voeren over hun slavenhandel.
Deze door Nederlanders totslaafgemaakte mensen krijgen in het fort een nummer en worden gebrandmerkt. Ze worden wreed behandeld, mishandeld, levend gevild, mannen en vrouwen verkracht, baby’s voor hun moeders vermoord. Hun menselijkheid wordt hen volledig afgenomen. Deze mensen leven soms wekenlang in donkere, afgesloten ruimtes waar ze alles moeten doen: eten, drinken, slapen, maar ook hun behoefte.
Curaçao, dat de Nederlanders in 1634 veroverd hebben op de Spanjaarden, wordt vanwege de gunstige ligging een belangrijk tussenstation in de slavenhandel.
De Nederlanders verkopen deze totslaafgemaakte mensen voor scherpe prijzen door aan de Spanjaarden, Engelsen, Portugezen en Fransen. Een mannelijke slaaf brengt ongeveer 200 gulden op, tegen een inkoopprijs van zo’n 40 gulden. In die tijd een fortuin.
Nederland heeft Curaçao en andere Antillen zoals Bonaire en de bovenwindse eilanden nog steeds economisch en politiek in zijn greep en blijkt hierin nog altijd een vinger in de pap te hebben. Ook de Nederlanders die op Curaçao wonen hebben hun koloniale manieren niet achterwege gelaten. Zelfs als ze op vakantie op het eiland zijn willen ze nog steeds de regie voeren en de Curaçaose bevolking, op hun eigen eiland notabene, behandelen alsof ze 2e rangs burgers zijn. De VOC mentaliteit zit eenmaal in het DNA.
Dit is de goede versie
Een slaven hut die door de slaven is gebouwd terwijl de Nederlandse slavenhouder in een groot huis woont en ook de vrouwen en mannen heeft als bediende gebruikt en verkracht.
Een stukje Nederlandse geschiedenis:
Jaren geleden bouwt Nederland het grootste fort Elmina, in Ghana, waar vandaan deze barbaren de regie voeren over hun slavenhandel.
Deze door Nederlanders totslaafgemaakte mensen krijgen in het fort een nummer en worden gebrandmerkt. Ze worden wreed behandeld, mishandeld, levend gevild, mannen en vrouwen verkracht, baby’s voor hun moeders vermoord. Hun menselijkheid wordt hen volledig afgenomen. Deze mensen leven soms wekenlang in donkere, afgesloten ruimtes waar ze alles moeten doen: eten, drinken, slapen, maar ook hun behoefte.
Curaçao, dat de Nederlanders in 1634 veroverd hebben op de Spanjaarden, wordt vanwege de gunstige ligging een belangrijk tussenstation in de slavenhandel.
De Nederlanders verkopen deze totslaafgemaakte mensen voor scherpe prijzen door aan de Spanjaarden, Engelsen, Portugezen en Fransen. Een mannelijke slaaf brengt ongeveer 200 gulden op, tegen een inkoopprijs van zo’n 40 gulden. In die tijd een fortuin.
Nederland heeft Curaçao en andere Antillen zoals Bonaire en de bovenwindse eilanden nog steeds economisch en politiek in zijn greep en blijkt hierin nog altijd een vinger in de pap te hebben. Ook de Nederlanders die op Curaçao wonen hebben hun koloniale manieren niet achterwege gelaten. Zelfs als ze op vakantie op het eiland zijn willen ze nog steeds de regie voeren en de Curaçaose bevolking, op hun eigen eiland notabene, behandelen alsof ze 2e rangs burgers zijn. De VOC mentaliteit zit eenmaal in het DNA.
Curacao = Zuid Afrika in het klein
in 2011het eiland bezocht, gelijk de laatste keer; een soort grand cafe bezocht alwaar veel blanke corps ballerige tutholas, snelle rijke en duur geklede mannen; apart zaten enkele Antilliaanse jonge vrouwen, zij spraken niet, zij waren niet blij, zij werden geexploiteerd door die luidruchtige arrogante nederlandse pooiers. De muur tussen arm en rijk is inmiddels 10 keer zo dik, geen politicus die daar nog iets aan kan veranderen; trouwens die schaart zich ook het liefst aan de rijke kant